De landbouwmachine-industrie richt zich op de productie en het onderhoud van tractoren en andere landbouwmachines.

Eind 19e eeuw werden de landbouwmachines aangedreven met stoom. In de 20e eeuw, toen de landbouwmechanisatie steeds meer ingeburgerd raakte, werd er steeds meer overgestapt naar dieselmotoren. Met de ontwikkeling van microprocessoren is er sinds de 70er jaren een toenemende automatisering van de landbouwmachine-industrie.

Land- en tuinbouwmachines zijn er in alle soorten en maten en voor verschillende doeleinden. Het kan daarbij gaan om land- en tuinbouwmachines voor particulier gebruik of voor gebruik door tuinders en agrariërs, de sierteelt en industrie.

De land-en tuinbouwmachines voor particulier gebruik zijn veelal kleiner en handzamer dan de professioneel te gebruiken machines. Aangezien de prijzen voor dit soort machines vrij hoog zijn en er, in sommige gevallen, slechts een, of een paar keer per jaar gebruik gemaakt van wordt gemaakt zijn er ook vele bedrijven en corporaties die dit soort machines verhuren; agrarische machines in alle soorten en maten, van het grote werk tot de fijnere apparatuur en complete installaties. Veelal verzorgen dit soort bedrijven ook het onderhoud en de service voor dit soort machines.

Landbouwmachines zijn grofweg in te delen in twee productgroepen; namelijk tractoren en algemene landbouwmachines (wat weer onder te verdelen is in: machines voor grondbewerking, weide-onderhoud, voederwinning, machines voor bemesting en mestverwerking, machines voor groenvoederwinning, Melken, irrigatie, laden en verhandelen, transport en overslag, machines voor erf onderhoud).

Bij Tuinbouwmachines moet gedacht worden aan: tractors, zitmaaiers, frezen, grondbewerkingsmachines, transport en rooimachines, telmachines, sorteermachines, leesbanden, stroomgroepen, waterpompen, ventilatiesystemen, sprinklers etc.